Statuten
S T A T U T E N
Vandaag, elf maart tweeduizend negentien, verscheen voor mij, mr Klaas-Albert Veerbeek, notaris te Nijmegen:
mevrouw Demi Wilhelmina Oomen, geboren te Groesbeek op drie juli negentienhonderd drieennegentig, kantooradres: Van Schaeck Mathonsongel 4, 6512 AN Nijmegen.
De verschenen persoon verklaarde dat:
(A) Stichting Van der Eerden-Graafsma Fonds, een stichting met statutaire zetel te gemeente Grave, kantoorhoudende Hamstraat 31 te 5361 HA Grave, ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel onder nummer 71877983 met vermelding RSIN 858884781, (de “stichting”).
(B) De statuten van de stichting werden vastgesteld bij akte van oprichting verleden op dertien juni tweeduizend achttien voor kandidaat-notaris Lotgerink als waarnemer van notaris Veerbeek. Sedertdien zijn de statuten niet meer gewijzigd.
(C) Het bestuur op dertig januari tweeduizend negentien (30-01-2019) heeft besloten tot wijziging van de statuten van de stichting.
(D) De verschenen personen werd gemachtigd om de statutenwijziging bij notariele akte vast te leggen.
(E) Van gemeld besluit tot statutenwijziging en gemelde machtiging blijkt uit de stukken die aan deze akte zullen worden gehecht.
Ter uitvoering van het vorenstaande verklaardende verschenen personen bij deze de statuten van de stichting met ingang van heden te wijzigen als volgt:
Artikel 1
Naam en zetel
1. De stichting draagt de naam: Stichting Van der Eerden-Graafsmafonds.
2. De stichting heeft haar zetel in de gemeente Grave.
Artikel 2
Doel
2.1 De stichting heeft ten doel:
(a) Het bevorderen van de leefomstandigheden, gezondheid en educatie van de ouders en kinderen die als alleenstaande minderjarige asielzoeker naar Nederland kwamen, alsmede pleegkinderen die in een vergelijkbare situatie verkeren, waardoor zij worden geactiveerd om bij te dragen aan het maatschappelijk gevoel van saamhorigheid, solidariteit en betrokkenheid en zich inzetten voor een sterkere, gezondere samenleving waarin iedereen meetelt en dit ook zo ervaart;
(b) het verrichten van alle verdere werkzaamheden, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn;
(c) het beleid van de stichting dient zodanig te zijn dat de stichting kan worden aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling zoals bedoeld in artikel 5b Algemene wet inzake rijksbelastingen.
2.2 De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door financiele middelen ter beschikking te stellen aan de doelgroep, teneinde hen in staat te stellen zich in de samenleving te ontplooien.
2.3 De stichting beoogt niet het maken van winst.
Artikel 3
Bestuur, samenstelling, benoeming, schorsing, ontslag, belet en ontstentenis
3.1 Het bestuur van de stichting bestaat uit ten minste drie natuurlijke personen. Het aantal bestuursleden wordt overigens bepaald door het bestuur. De meerderheid van het bestuur dient te bestaan uit personen die geen relatie met elkaar hebben. Onder relatie wordt in dit verband verstaan: bloed- of aanverwantschap tot en met de vierde graad, gehuwd zijn, geregistreerd partners zijn en/of samenwonende zijn.
3.2 Het bestuur (met uitzondering van het eerste bestuur, waarvan de leden in functie worden benoemd) kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen ook door één persoon worden vervuld.
3.3 Bestuursleden (met uitzondering van de eerste bestuursleden, die bij deze akte worden benoemd) worden benoemd door het bestuur.
3.4 Bestuursleden worden benoemd voor onbepaalde tijd.
3.5 Een bestuurslid kan te allen tijde door de overige bestuursleden worden geschorst en ontslagen. Ter zake van schorsing, handhaving of opheffing van de schorsing of ontslag besluit het bestuur met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. Het betrokken bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in een vergadering van het bestuur te verantwoorden. Daarbij kan hij zich doen bijstaan door een raadsman.
3.6 De schorsing van een bestuurslid vervalt, indien het bestuur niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit tot ontslag, tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een schorsing kan eenmaal voor ten hoogste drie maanden worden gehandhaafd, ingaande op de datum waarop het besluit tot handhaving van de schorsing werd genomen.
3.7 Een bestuurslid defungeert:
(a) door zijn overlijden;
(b) doordat hij failliet wordt verklaard of doordat de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem ‑ al dan niet voorlopig ‑ van toepassing wordt verklaard;
(c) door zijn onder curatelestelling;
(d) door zijn vrijwillig aftreden;
(e) door zijn ontslag door de rechtbank;
(f) door zijn ontslag verleend door de gezamenlijke overige bestuursleden.
(g) doordat hem surséance van betaling wordt verleend;
(h) doordat één of meer van zijn goederen onder meerderjarigenbewind, als bedoeld in titel 19 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, worden gesteld.
3.8 Bij het ontstaan van één (of meer) vacature(s) in het bestuur, zullen de overblijvende bestuursleden met algemene stemmen (of zal het enige overblijvende bestuurslid) binnen twee maanden na het ontstaan van de desbetreffende vacature daarin voorzien door de benoeming van één (of meer) nieuw(e) bestuurslid (bestuursleden). Een niet voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden.
3.9 Bij ontstentenis of belet van één of meer bestuursleden, niet zijnde alle bestuursleden of het enige (overgebleven) bestuurslid, nemen de overblijvende leden, of neemt het overblijvende lid het gehele bestuur waar.
Bij ontstentenis of belet van alle bestuursleden of van het enige (overgebleven) bestuurslid wordt het bestuur waargenomen door een persoon die daartoe door de president van de rechtbank van het arrondissement waar de stichting haar zetel heeft, op verzoek van één of meer belanghebbende(n), is of wordt aangewezen.
3.10 De bestuursleden genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.
Artikel 4
Bestuursbevoegdheid
4.1 Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
4.2 Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen.
Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 9 lid 1 en 2 van toepassing.
4.3 Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt, mits het besluit wordt genomen met algemene stemmen van alle in functie zijnde bestuursleden.
4.4 Erfstellingen kunnen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.
Artikel 5
Vertegenwoordiging
5.1 Het bestuur vertegenwoordigt de stichting, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.
5.2 De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt tevens toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden.
5.3 Het bestuur kan besluiten tot de verlening van volmacht aan één of meer bestuursleden, alsmede aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
Artikel 6
Bestuursvergaderingen
6.1 De bestuursvergaderingen worden gehouden in de gemeente waar de stichting haar zetel heeft of ter plaatse in Nederland als bij de oproeping bepaald.
6.2 Onverminderd het bepaalde in artikel 8 lid 2 worden vergaderingen van het bestuur gehouden zo dikwijls als de voorzitter of één van de overige bestuursleden dit wenselijk acht.
6.3 De oproeping tot de vergadering geschiedt aan de stemgerechtigde bestuursleden ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, door middel van oproepingsbrieven.
6.4 De oproepingsbrieven vermelden, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
6.5 Toegang tot de bestuursvergadering hebben de bestuursleden die niet geschorst zijn.
Een geschorst bestuurslid heeft toegang tot de bestuursvergadering waarin het besluit tot schorsing, tot opheffing of handhaving van de schorsing wordt behandeld en is bevoegd daarover het woord te voeren.
6.6 Een stemgerechtigd bestuurslid kan zich door een ander zodanig bestuurslid ter vergadering schriftelijk doen vertegenwoordigen.
Een bestuurslid kan slechts één mede‑bestuurslid ter vergadering vertegenwoordigen.
6.7 De vergaderingen worden geleid door de voorzitter; bij diens afwezigheid voorzien de aanwezigen zelf in de leiding van de vergadering.
6.8 De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen worden gehouden, met dien verstande, dat indien één of meer bestuursleden zulks verlangen, stemmingen over personen schriftelijk geschieden.
6.9 Het door de voorzitter van de vergadering ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming is beslissend.
Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
6.10 Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door één van de andere aanwezigen, door de voorzitter van de vergadering daartoe aangezocht. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd.
Artikel 7
Bestuursbesluiten
7.1 Ieder bestuurslid heeft, voor zover hij niet is geschorst, het recht tot het uitbrengen van één stem.
Voor zover de wet of deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
7.2 Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid van de stemgerechtigde bestuursleden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is.
7.3 Zolang in een bestuursvergadering alle stemgerechtigde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
7.4 Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, al dan niet per enig telecommunicatiemiddel, hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na mede-ondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.
Artikel 8
Boekjaar en jaarstukken
8.1 Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
8.2 De penningmeester sluit per de laatste dag van het boekjaar de boeken van de stichting af en maakt daaruit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar, een balans en een staat van baten en lasten op over het verstreken boekjaar.
De penningmeester zendt deze stukken voor het einde van de in de voorgaande zin bedoelde termijn aan alle bestuurders.
Deze stukken worden door het bestuur in een vergadering, te houden binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, vastgesteld en ten blijke daarvan door alle bestuurders ondertekend.
8.3 Het bestuur moet, alvorens tot de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten over te gaan, deze stukken doen onderzoeken door een door hem aan te wijzen registeraccountant of andere deskundige.
Deze deskundige brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en legt, zo hij daartoe bevoegd is, daaromtrent een verklaring af.
Artikel 9
Statutenwijziging
9.1 Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Het besluit tot statutenwijziging kan slechts worden genomen in een speciaal daartoe bijeengeroepen bestuursvergadering waarin alle stemgerechtigde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, met een meerderheid vertegenwoordigende ten minste drie/vierde van de stemmen.
9.2 Indien in een vergadering als in lid 1 bedoeld niet alle stemgerechtigde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden binnen één maand na de eerste vergadering, waarin ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigde bestuursleden tot statutenwijziging kan worden besloten, mits het besluit wordt genomen met een meerderheid van drie/vierde van de stemmen die door de aanwezigen in die vergadering kunnen worden uitgebracht.
Bij de oproeping tot bedoelde tweede vergadering dient te worden medegedeeld dat het hier een tweede vergadering als vorenbedoeld betreft.
9.3 De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. Ieder bestuurslid afzonderlijk is bevoegd de desbetreffende akte te verlijden.
Artikel 10
Ontbinding en vereffening
10.1 Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 9 lid 1 en 2 van overeenkomstige toepassing.
10.2 De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
10.3 Bij de ontbinding van de stichting geschiedt de vereffening door het bestuur.
10.4 Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
10.5 Een overschot dient door de vereffenaars besteed te worden ten behoeve van een (andere) algemeen nut beogende instelling met een gelijksoortige doelstelling.
10.6 Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende zeven jaren berusten onder de door de vereffenaars aan te wijzen persoon.
Artikel 11
Reglement
11.1 Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, die naar het oordeel van het bestuur (nadere) regeling behoeven.
11.2 Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
11.3 Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen.
11.4 Op de vaststelling, wijziging en opheffing van het reglement is het bepaalde in artikel 9 lid 1 en 2 van toepassing.
Artikel 12
Slotbepaling
De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend.
WAARVAN AKTE
is verleden te Nijmegen op de datum in het begin van deze akte vermeld.
De inhoud van deze akte is aan de verschenen personen zakelijk opgegeven en toegelicht. Hierbij zijn de verschenen personen gewezen op de gevolgen die uit de akte voortvloeien.
De verschenen personen hebben vervolgens verklaard kennis te hebben genomen van de inhoud van de akte en met de inhoud en beperkte voorlezing van deze akte in te stemmen.
Onmiddellijk na beperkte voorlezing is deze akte door de verschenen personen en mij, notaris, ondertekend.